De eerste keer dat Hommersum in een document wordt genoemd, was in een document van 30 september 1118, waar de kerkrechten werden overgedragen van de kerk van het toenmalige “Humbersheim”. In 2018 werd dit groots gevierd. Zie pagina “Het oudste dorp van Goch vierde zijn 900ste verjaardag“.
Uit de voorbereidingen voor het feest is het team geschiednis ontstaan binnen de dorpsvereniging, de Heimat- und Verschönungsverein e.V. Hommersum (HVV). Dit team probeert de geschiedenis in Hommersum zichtbaar te maken.
Het team heeft een aantal bestaande historische panden in Hommersum geïdentificeerd en voor 4 panden een bord met historische informatie geplaatst. Dit zijn de Sint-Petruskerk, de pastorie, de oerboerderij van Hommersum en IJsheuvelse molen.
De borden zijn gemaakt van decoratief RVS door machinereparatiebedrijf Pellen uit Hommersum. De HVV ontving financiële steun voor de borden uit het subsidieprogramma Heimat-Scheck van het Ministerie van Heimat, Kommunales, Bau und Digitalisierung van NRW.
Pastorie
De ambtswoning van de pastoor.
De eerste vermelding van een pastorie in Hommersum is in 1682; de eerste afbeelding van de pastorie dateert uit 1746 (foto links), toen de schilder Jan de Beyer het gebouw schilderde. Het gebouw op de afbeelding is omstreeks 1710 gebouwd en aan dit gebouw grensde, gescheiden door een binnenplaats, de Hommersumse school (rechts op de foto, gedeeltelijk verborgen door de kerktoren). De huidige pastorie (foto rechts) werd gebouwd in 1860 (wat op de nog steeds bestaande eerste steen, vermeld is). Het gebouw is tot vandaag zo bewaard gebleven.
Er hebben 5 pastoors gewoond.
De bouwer en eerste bewoner was pastoor Peter Johan Swertz, van 1846 tot 1868 in Hommersum. De tweede bewoner was pastoor Heinrich Viktor Huyskens, van 1868 tot 1892. De derde bewoner was pastoor Jacob Hessen, van 1892 tot 1922. De vierde bewoner was pastoor Johann Heinrich Mertens, van 1922 tot 1945. In 1974 overleed pastoor Josef Meyer, de laatste pastoor die er woonde en uitsluitend voor de parochie van Hommersum verantwoordelijk was. Hij kwam in 1946.
IJsheuvelse molen
In 1336 is voor het eerst een watermolen aan de Kendel in een document genoemd; In de volgende eeuwen wordt de molen meermaals verkocht of verpacht.
In 1574 is Dietrich van Schewick de eigenaar.
Het molengebouw staat dan op de westoever van de Kendel.
Telkens weer krijgt de molen nieuwe eigenaren, o.a. in 1629 Arnold Heinrich v. Neukirchen gen. Nievenheim en zijn vrouw Dorothea van Schewick (woonachtig op Huis Driesberg).
Na de napoleontische oorlogen wordt, door het Traktaatbesluit van Wenen in mei 1815, de grens tussen Pruisen en Nederland opnieuw vastgelegd en komt de molen op Nederlands grondgebied te liggen.
In 1847 zijn Hermann de Louw en zijn vrouw Catharina Elisabeth Jacobs de eigenaren.
Hun zonen Theodor en Jacob de Louw bouwen in 1889 een nieuw huis met een stoommolen aan de Duitse kant (kaart beneden links)
In 1927 wordt de oude watermolen aangedreven door een elektromotor.
1931 nam de voorheen als bediende werkzame Gerhard Geurtz en zijn vrouw Elisabeth Jacobs de beide molens over. In 1932 de door stoom aangedreven molen omgebouwd naar elektrische energie.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt in 1945 de oude watermolen onbruikbaar door diefstal en plunderingen.
Daarom worden in 1950 de resten van de oude vervallen watermolen gesloopt.
In 1960 hebben Heinrich Bauer en zijn vrouw Maria Geurtz als nieuwe eigenaren het molenbedrijf overgenomen.
Maar in 1964 worden de molenactiviteiten definitief gestopt.
Foto midden = oude ansichtkaart van de watermolen.
Foto rechts = het voormalige molengebouw anno 2008.
De kerk St. Petrus Hommersum
Circa 750, waarschijnlijk gebouwd als houten “eigenkerk” (privékerk van de grondbezitter); 1118 voor het eerst in een document door graaf Gerhard van Geldern vermeld; 1291 komt ze in bezit van klooster Graefenthal; 1470 uitbreiding met het gotische priesterkoor (foto links) dat tot op vandaag nog bestaat. In de gewelfde grafkelder werden de predikanten van Hommersum en de adellijke familie “van Eyck” die in Hommersum in het Haus Hamm woonden, tot omstreeks 1800 begraven.
In 1895 werd het kerkje met uitzondering van het koor afgebroken en vervangen door het huidige neogotische gebouw. (foto rechts). In 1945 werd de torenspits zo zwaar beschadigd dat hij naar beneden viel en werd vervangen door de iets kleinere huidige torenspits.
In 1647 werd het St. Petrusgilde opgericht dat nog steeds bestaat. In 1786 werd het eerste orgel aangekocht. De oudste figuur in de kerk is een eikenhouten beeld van de Maagd Maria, gedateerd 1290-1300 (foto links). De St. Antonius-abt komt uit de St. Antoniuskapel, die in 1812 in de buurtschap Viller werd afgebroken en voor het eerst genoemd werd in de 14e eeuw (foto rechts, exacte ouderdom onbekend).
Eerste boerderij Hommersum
Deze locatie Mortelweg 2 wordt beschouwd als de plaats waar het oudst bekende gebouw in het dorp stond. Dat was dus waarschijnlijk de boerderij waaromheen Hommersum ontstaan is. Van ongeveer 600 tot 700 is hier de eerste nederzetting van de Franken. Ze noemden de plaats Humbersheim, wat later Hommersum werd. Rond 750 werd in de tuin van deze boerderij een houten kapel gebouwd. In die tijd evangeliseerde Willibrordus, die later heilig werd verklaard, vanuit Rindern (nu dorp bij Kleve) het gebied rond Hommersum. Op het terrein van de boerderij staan anno 2022 nog steeds gebouwen en deze worden bewoond door de familie Terhoeven. Deze voormalige boerderij (foto links van ca.1950) staat nog steeds pal naast de kerk.
Na meer dan duizend jaar en natuurlijk na verschillende verbouwingen is van de voormalige boerderij alleen nog een oude gewelfde kelder overgebleven. Later werd deze boerderij ook Neuklosterhof (Nieuwkloosterboerderij) genoemd; Ze kreeg de naam Neuklosterhof omdat ze tussen 1291 en 1804 in bezit was van het klooster Graefenthal, vroeger ook wel Neukloster genoemd. Het exacte jaartal waarin de boerderij gebouwd is, is niet te achterhalen, maar pastoor Victor Huyskens (1868-1892) doet in zijn manuscript al verslag van talrijke vondsten in de grond o.a. van grafgiften, aardewerkscherven, stenen en bronzen bijlen die bewijzen dat de Franken zich hier na de Romeinse tijd hebben gevestigd. Bij de boerderij hoorde ook een typische Nederrijnse fruitschuur (foto midden), die in 1928 werd afgebroken en vervangen door een moderne schuur.
Op de foto rechts staat de trotse familie Peters voor hun boerderij – die sinds 1831 hun privébezit was. In 1989 werd de boerderij verkocht en het hoofdhuis verbouwd tot drie woningen.
© HVV 2023