Dorp aan Niers en Kendel

door Franz Gommans (2011)

Het dorp Hommersum in de Kreis Kleve heeft 509 inwoners (30 juni 2015) en maakt sinds 1 juli 1969 deel uit van de stad Goch.

Korte gang door de geschiedenis

Het dorp Hommersum is een van de vroege Frankische nederzettingen in het gebied van Niers en Kendel. De zeer goede, hooggelegen bodems in het gebied van de samenvloeiing van de Niers en de Kendel waren in de vroegste tijden een ideale plaats voor nederzettingen. Talrijke bodemvondsten zoals urnen, grafgoederen, stenen en bronzen bijlen en andere artefacten bevestigen dit.

Een verder bewijs van de vroege dorpsstichting zijn enkele prehistorische terpen, waaronder die gelegen in de directe omgeving van de parochiekerk en aan de Niersbocht bij de waterburcht Haus Ham, die rond 1790 helaas is afgebroken. De terp van de kerk werd in 1850 verwijderd. Volgens een eigentijdse beschrijving door Dr. Bergrath uit Goch, had deze heuvel aan de voet had een diameter van ca. 45 m en een hoogte van ca. 12 m. De terp aan de Niers is nog steeds in goede staat. Tot de uitbreiding van het Bundeswehr-depot in 1970 waren er aan de oever van de Niers tegenover de terp nog steeds uitgebreide aardversterkingen en wallen uit de Romeinse tijd (opgravingen door Pastor V. Huyskens rond 1870).
Een Romeinse heerweg, waarvan de route nog grotendeels behouden is gebleven, liep van oost naar west door het gemeentelijk gebied en stak de Kendel over via een voorde (doorwaadbare plaats) bij de boerderijk IJshövel, net voor de samenvloeiing met de Niers. Vandaar leidde hij langs de Niers naar Gennep en verder langs de Maas naar het Romeinse kamp bij Mook.

De over het algemeen gunstige ligging van het dorp aan het water heeft in de afgelopen eeuwen tot grote overstromingsproblemen geleid, met name wanneer het hoogwater van de Maas in Niers en Kendel zich stuwde. Gevaarlijke situaties en grote gevolgschade zijn dan onvermijdelijk. De overstromingsjaren 1882, 1926 en 1993 en 1995 zijn in Hommersum in slechte herinnering.

De parochiekerk St. Petrus

In een kopie in het Rijksarchief in Luxemburg staat, dat een zekere Adelard aan de kerk van St. Petrus in Rindern in februari 751 onroerend goed in Kellen en Finnelar (= Viller) schonk. De stichting van de parochiekerk gewijd aan de heilige Petrus in Hommersum gaat hoogstwaarschijnlijk terug tot rond 720, de tijd dat Willibrordus in Rindern werkte (739). De kerk hier is gebouwd als “eigen kerk” op het terrein van het oude Frankische hof te Humbersheim (later Hommersom-Hommersum), de belangrijkste boerderij van de Frankische Mark hier. Deze eerste kerk was waarschijnlijk een houten constructie. De uitgebreide opgravingen en archeologische onderzoeken die in april 1986 door het Amt für Denkmalpflege in de kerk zijn uitgevoerd, zijn helaas niet officieel afgesloten en brengen mogelijk nieuwe inzichten in de vroege tijd van deze kerk.

Op 30 september 1118 schonk graaf Gerhard van Geldern en Wassenberg de kerk van “Humbersheim” als schenking aan de abdij van Wassenberg. Blijkbaar werd deze schenking echter later ingetrokken, want kort na 1200 vinden we de heren van Reifferscheid en Malberg van Gelderse graven als leenheer van het Hommersumer Hof en de daarbij behorende patronaatsrecht over de kerk. Op 3 augustus 1291 verkocht de heer Johann van Malberg-Reiferscheid, met toestemming van de hertog, de boerderij en het kerkelijk patronaatsrecht aan de abdij van Graefenthal bij Asperden. Deze wettelijke status bleef behouden totdat Napoleon het klooster in 1802 ophief. De oude romaanse dorpskerk uit de 12e eeuw werd in 1894 afgebroken en vervangen door een gotisch nieuw gebouw. Alleen het gotische koor, gebouwd rond 1460, is bewaard gebleven.

De waarschijnlijk in de in de 13e eeuw door de heren van Ham gebouwde St. Antoniuskapel in Viller, welke in een document uit 1469 voor het eerst werd genoemd, werd in juli 1812, in de Napoleontische tijd, afgebroken. Het goed bewaarde standbeeld van St. Antonius van deze kapel bevindt zich nu in de Hommersumer kerk.

Tot 1332 behoorde de kapel van Hassum nog tot de parochie van Hommersum. Kessel en in de begintijd waarschijnlijk ook Asperden zijn andere dochter-parochies van Hommersum.

De politieke situatie

Tot 1473 behoorden de stad Goch en het Onderamt Goch (ongeveer het gebied van het latere Amt Asperden) politiek tot het hertogdom Geldern. In dat jaar kwam dit gebied bij het hertogdom Kleve.

Hommersum maakte sinds 1609 deel uit van het Kleefse Amt Asperden. Uit dat archief zijn is bekend dat in 1787 er 185 inwoners waren. Daartoe moet de buurtschap Viller met het Haus Ham met nog eens 51 inwoners toegeteld worden. Andere buurtschappen zijn Moel, Retüt, Looheide, Sporen en Böntum.

Uit de archieven blijkt dat Hommersum langzaam groeit. Het dorp hat in 1821 348, in 1881 374, in 1925 458 en in 1999 459 inwoners.

De Franse revolutionaire troepen bezetten het dorp in 1794 en werden er pas in 1814 uit verdreven.

In 1816 werd, in verband met de politieke reorganisatie in Europa door het Wiener Congres, de landsgrens “een kanonschot” ten oosten van de Maas verplaatst. Vroeger was de grens met Nederland hier de Maas en hoorden Gennep, Ottersum en Bergen bijvoorbeeld bij het Hertogdom Kleve. De landsgrens loopt nu direct tegen het dorpscentrum aan; het dorp verloor destijds ongeveer een kwart van zijn oppervlakte.

Eeuwenlang was de hoofdactiviteit van de bewoners landbouw en veeteelt.

De ontwikkeling tijdens en na de Tweede Wereldoorlog

In de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog lag Hommersum maandenlang onder vuur van de geallieerde artillerie vanaf de overkant van de Maas; vanaf midden februari 1945 was het front midden door het dorp. De oorlogsschade was dienovereenkomstig en de wederopbouw nam vele jaren in beslag, vooral omdat de bewoners na het einde van de oorlog bijna acht maanden lang uit hun huizen werden verdreven vanwege de instelling van een spergebied langs de grens door de bezetter. Bovendien verloren veel boeren al hun land aan de Nederlandse kant van de grens, het zogenaamde “Traktaatland”. Een ander nadeel was altijd de geografisch afgelegen locatie en de geleidelijke achteruitgang van de landbouw, die het dorpsleven eeuwenlang had gevormd. Tegenwoordig is er bijvoorbeeld geen enkele “melkkoeienboer” meer in het dorp!

Vanaf 1970 bracht de bouw en daaropvolgende ingebruikname van het Bundeswehr-depot op het terrein van het voormalige Haus Ham in de grote Niersbocht werk en brood voor enkele voormalige boeren. De overgrote meerderheid van de werkenden wordt echter nog steeds gedwongen om als forens buiten Hommersum te werken.

De bouw van de A57 (A77) met het grensdouanekantoor, welke in oktober 1986 in gebruik genomen werd, bracht een grote verandering teweeg. Deze goede aanbinding van de gemeente komt ook veel pendelaars ten goede. Het douanekantoor, met zijn expediteurs en afhandelingsfaciliteiten, creëerde ook tijdelijk een aantal banen, die helaas grotendeels verloren zijn gegaan door de sluiting van het kantoor ten gevolge van het Schengen-akkoord. De aanleg van de snelweg ging gepaard met een ruilverkaveling, die enerzijds de door de eeuwen heen gegroeide structuren grondig vernielde; Anderzijds kregen de boeren samenhangende stukken akkerland en de dorpsgemeenschap een nieuw netwerk van kleinere wegen.

Door de ontwikkeling van een nieuwbouwgebied aan de oostkant van het dorp kregen jongeren eindelijk de kans om een ​​huis of appartement te realiseren in hun eigen dorp, wat van het groot belang is voor het veiligstellen van de diversiteit van het dorpsleven. Ook kozen meerdere Nederlanders ervoor hun eigen huis in dit nieuwbouwgebied te bouwen.

Het sociale leven is altijd een zeer belangrijk geweest in het dorp; dit komt tot uiting in de viering van de dorpskermis, maar meer nog in de organisatie van het Oogstfeest. Een bijzonder hoogtepunt was de jubileums-optocht van het Oogstfeest in 1996, toen de stoet voor de 50e keer met veel prachtig versierde wagens door het dorp reed. De aan de optocht volgende folkloristische optredens trekken jaarlijks honderden gasten uit de omgeving.

De organisatie van dit evenement is in handen van de zeer actieve Heimat-und Verschönerungsverein.

Andere dorpsverenigingen en groepen zijn:

Het St. Petrigilde uit het jaar 1647, het St. Antoniusgilde uit 1656, de sportvereniging DJK Hommersum-Hassum, de vrijwillige Brandweer, de visclub “Humbertus”, de Schietclub Hommersum, het Caecilia-Kerkkoor, de Katholieke Vrouwengemeenschap (KFD), alsmede de Landvrouwen en de jeugdorganisatie KLJB Hommersum zijn maar een deel van de organisaties in Hommersum. Meer informatie op de pagina Verenigingen.

Tenslotte verdient de verwijzing naar de bijzonder schilderachtige ligging van het dorp aan de oevers van de Niers en aan de rand van het oorspronkelijk stroomgebied van de Kendel bijzondere aandacht. Een ander hoogtepunt in het landschap is het Venn, een 1 km lang oude waterstroom, die vanuit Kessel uitmondt in de Niers bij de Klockenhof. Aan de oevers van dit grotendeels onvervuild, visrijke water is een zeer soortenrijke plantenwereld te vinden. Ook de vogelwereld vindt hier een ongestoorde leefomgeving; Naast een verscheidenheid aan watervogelsoorten zingt de nachtegaal hier in het voorjaar en broedt de ijsvogel hier ook regelmatig.

Het nabijgelegen Reichswald beslaat meer dan 4000 hectare en is een bijna grenzeloos recreatieparadijs voor iedereen die op zoek is naar ontspanning. Ook de Maasduinen met zijn uitgestrekte hoogveen en heidelandschap ligt vlak voor de deur.

Conclusie: Het dorp Hommersum met zijn omgeving is een heerlijke plek waar iedere natuurliefhebber waar voor zijn geld krijgt.

Hommersum, Maart 2011

Meer geschiedenis (in het Duits) op de website van Franz Urselmans.

Externe Informatie: